Amerikaanse uitgever (New Vork 1873-1942).
Uitgever van Vogue, Vanity Fair, House and Garden, Glamour, enzovoort.
Condé Nast is de uitvinder van het moderne luxe-modemagazine, de ‘glossy’.
Condé Montrose Nast stamt uit een tamelijk gegoede familie.
Met zijn diploma rechten op zak neemt hij de leiding op zich van een bescheiden drukkersbedrijfje dat ooit aan de familie behoorde.
Zijn uitzonderlijke feeling voor marketing en publiciteit doet wonderen en hetzelfde jaar nog wordt hem de functie van marketing manager aangeboden bij her tijdschriftje Colliers Magazine.
In 10 jaar tijd voert Condé Nast de oplage van dit magazine op van 15.159 exemplaren tot 568.075.
Charles Dana Gibson, een zeer beroemd tekenaar uit die tijd en de uitvinder van de ‘Gibson Girl’, wordt door Nast aangeworven voor Collier.
In 1901 koopt Nast The Home Pattern Company, een patronen blad waarvan hij de omzet in drie jaar vertienvoudigd.
Sinds de uitvinding en het op de markt brengen van de naaimachine is de verkoop van patronen buitengewoon renderend geworden, en Nast richt zich dan ook op de verkoop van advertenties voor stoffen, naaigerei en dergelijke.
In 1909 ten slotte, koopt hij Vogue, een onbeduidend society-roddelblad.
Condé Nast houdt er een voor die tijd heel speciale theorie op na: je hoeft geen grote oplage na te streven om een grote omzet te halen, meent hij.
Zijn selectieve aanpak sorteert effect: Vogue richt zich niet tot de grote massa, maar tot een relatief klein segment van de bevolking, dat luxe en kwaliteit zoekt – en ervoor wil betalen.
In 1993 krijgt Vogue een ernstige concurrent.
Harpers’ Bazaar (dan nog met één a) van Wïlliam Randolph Hearst (hij stond model voor de film Citizen Kane van Orson Welles).